• Vergroot letter grootte
  • Standaard letter grootte
  • Verklein letter grootte
Print PDF

UNICAP VAN DE KNIE

      

Introductie

Kraakbeenschade in de knie kan ontstaan door artrose, een trauma (ongeluk, verdraaiing) aan de knie en soms ook door een tijdelijke doorbloedingsstoornis van een gedeelte van het bot onder het kraakbeen. Soms is de oorzaak niet te achterhalen. Als kraakbeenschade gelokaliseerd is in slechts een kleiner deel van de knie, kan dit soms toch veel pijnklachten geven bij het belasten van de knie en soms zelfs in rust. Tevens kan de knie dan dik worden. Dit komt omdat het kraakbeen in een bepaald gebied slechter is van kwaliteit en het kapsel van de knie hierop reageert door het aanmaken van meer gewrichtsvocht. Soms treedt de pijn pas op bij intensieve activiteiten, maar later ook bij de normale dagelijkse dingen of zelfs 's nachts. Fietsen gaat vaak beter dan wandelen. Een kraakbeendefect, zoals hierboven omschreven, wordt geconstateerd bij een kijkoperatie van de knie. Als dit het geval is, wordt met u besproken of (op termijn) een unicap voor u een optie zou zijn.

Unicap

Een unicap is een kleine metalen prothese die geplaatst kan worden als een kraakbeendefect van het boven- en onderbeen te klein is voor een halve knieprothese. De unicap bestaat meestal uit twee onderdelen : een metalen gedeelte dat het kraakbeendefect van het bovenbeen opvult en een kunststof gedeelte in het tegenoverliggende deel van het onderbeen. Het kunststof deel wordt met behulp van cement vast gezet, het metalen gedeelte groeit in het bot vast.

UNICAP UNICAP IN DE KNIE

Behandeling

De operatie vindt plaats met een ruggeprik of algehele verdoving. De dag na de operatie kunt u alweer naar huis. De unicap wordt ingebracht door middel van een lengte-incisie (insnijding) ter hoogte van de knie, die ongeveer zeven centimeter groot is. De grootte van het defect wordt gemeten en de grootte van de unicap wordt hierop aangepast. Meestal wordt ook het tegenoverliggende deel vervangen door een kunststof gedeelte. Op deze manier wordt slechts het deel van de knie vervangen dat slecht van kwaliteit is; het deel dat de pijn veroorzaakt in de knie. De rest van de structuren in de knie blijven intact.

Nabehandeling

U verlaat de kliniek met twee krukken en drukverband, dat 48 uur aanwezig moet blijven. Volledige belasting van de knie is in eerste instantie vaak niet goed mogelijk vanwege de pijn. U mag de knie echter wel volledig belasten vanaf de eerste dag na de operatie. De knie mag ook normaal bewogen worden na de operatie, door zwelling is dit vaak echter niet volledig mogelijk. U krijgt pijnmedicatie mee voor thuis, maar het kan gebeuren dat u niet helemaal pijnvrij zult zijn. Het is normaal dat het been na de operatie in enige mate gezwollen. De knie zelf blijft vaak nog weken in enige mate dik. De hele herstelperiode varieert per patiënt. Het zwaarste deel van de herstelperiode duurt gemiddeld zes tot twaalf weken. Het volledige eindresultaat is echter niet bereikt voor zes tot twaalf maanden. In de beginperiode wordt u begeleid door een fysiotherapeut.

Complicaties

In de meeste gevallen verloopt een operatie en de revalidatieperiode zonder problemen. Toch is het van belang om te weten welke complicaties er kunnen voorkomen: nabloeding, trombose, zenuwletsel (doof gevoel rond het litteken: dit is een bijkomstigheid bij een operatieve ingreep, doordat zenuwtakjes in de huid doorgesneden worden bij het maken van de incisie in de huid die benodigd is voor het uitvoeren van de ingreep). Het dove gevoel kan tijdelijk zijn, maar is soms ook blivend. Infectie (om de kans hierop zo klein mogelijk te houden krijgt u antibiotica rondom de operatie en wordt er zo steriel mogelijk gewerkt). Uitbreiding kraakbeenschade; Als kraakbeenschade bijvoorbeeld een begin van verder gaande artrose is, zou het kunnen dat de kraakbeenschade uitbreidt rond de unicap. Dit is van tevoren niet goed voorspelbaar. In dit geval is een eventuele vervolgoperatie een optie.